Als je op vrijdagavond in een heel stil ziekenhuis met de lift gaat en iemand op etage -1 drukt terwijl je een vleesetende bacterie in je lijf hebt, is een flauwe grap over een griezelfilm snel gemaakt. Ondertussen is het idee van zo’n enge bacterie natuurlijk vreselijk. De verpleging drukt me steeds op het hart dat ik hygiënisch te werk moet gaan. Steriel hoeft nog net niet, maar ze legt wel van die mooie blauwe handschoentjes neer voor als ik zelf een schoon verband op mijn wond leg. Mijn kamergenote heeft ook een infectie maar weer een andere soort, en we mogen elkaar niet besmetten. De pen die ik de eerste dag van haar geleend heb om mijn keuze voor het avondeten in te vullen mag ik daarom prompt niet meer terug geven. Sorry!

Ze noemen ons het ‘lieskamertje’, wij gooien er niet geheel onterecht het bijvoeglijk naamwoord ‘vieze’ voor. Want oh wat een drama. Twee keer per dag het bed verschonen is geen overbodige luxe. Twee keer per dag douchen ook niet. Twee keer per dag de wond spoelen ook niet, al zou ik dat laatste heel graag overslaan. Beroepsmatig ken ik flinke kleuters van een jaar of vijf die in de herfst een stevige verkoudheid hebben, wat zich uit in hele grote groene, bijna lichtgevende, snottebellen. Heb je beeld? Dat komt eruit, en niet uit mijn neus. Met een flexibele catheterslang gaat de verpleegkundige een flink stuk de wond in om met zoutoplossing te spoelen. Donderdag was dit nog uiterst pijnlijk, nu alleen nog op sommige momenten. Ik lig er gespannen bij, zoals bij de tandarts als er een gaatje geboord wordt…het valt eigenlijk wel mee maar toch ben je erop bedacht dat het ieder moment pijn kan gaan doen en soms doet het dat ook ineens even flink. Na het spoelen klopt het en is het pijnlijk maar dat zakt weer weg ook. Mijn koorts is ook zo goed als weg, mijn temperatuur is nog ietsjes hoger dan normaal: 37.6. Omdat de bacterie erg grillig kan zijn wordt er iedere dag bloed geprikt en iedere dag een kweek van het wondvocht gemaakt. Verzwakte of zwangere mensen kunnen wellicht beter niet komen, of in elk geval geen rechtstreeks contact maken.

Eerst wilden we de wond graag dicht hebben, maar nu is het zaak om de wond juist open te houden, anders ontstaat er een abces en dat willen we natuurlijk niet! De bestralingsarts waar we vrijdagmiddag mee om de tafel zitten wil de wond juist graag dicht hebben, anders kan het bestralingsprogramma niet beginnen. Ze neemt uitgebreid de tijd voor ons en beantwoordt alle vragen even rustig en vriendelijk. Over twee weken gaat ze me bellen om te vragen hoe het gaat. Als de wond dan dicht is wordt er een scan gemaakt om de precieze bestralingsplekken te bepalen. Daarna volgen twintig bestralingen in vier weken tijd, elke werkdag. We bespreken de bijwerkingen en de gevolgen op korte termijn (de wond gaat hoogstwaarschijnlijk opnieuw open), op middellange termijn (pijn en vermoeidheid) en op lange termijn (nog grotere kans op oedeem en blijvende schade). Moeilijk te bevatten allemaal…het is wat veel. Ik besluit om me eerst maar eens te gaan focussen op de infectie en het bestrijden daarvan, en dan kijken we over twee weken wel hoe het ervoor staat. Pluk de dag!

pluk de dagen
stuk voor stuk
en maak je eigen
bos geluk

het beste effect
is mij geleerd
krijg je
als je varieert:

een korte en
een lange dag
een saaie en
een bange dag

pluk de dagen
allemaal:
een natte en
een koude dag
een warme of
benauwde dag

pluk de dagen
heel bewust:
een drukke of
een stille dag
een aangename
of kille dag

pluk de dagen
nu het kan:
een vrolijke en
een vrije dag
een trieste of
juist blije dag

pluk de dagen
stuk voor stuk
en maak je eigen
bos geluk

schoonheid zit ‘m
in contrast
en in de variatie

alle dagen
tellen mee
geluk is
jouw creatie

 

Facebook Comments Box