Inmiddels ben ik alweer bijna een half jaar bezig met de immuuntherapie. Ik heb 8 giften gehad, elke drie weken, en de 1e scan gaf erg bemoedigende resultaten! De jeuk is weer zo goed als over, maar heb er wel maagpijn voor teruggekregen. De zomervakantie is voorbij en ik zit weer in het ritme van werk en studie. Niets bijzonders om over te schrijven dus. Ik kom veel mensen tegen die vragen hoe het met me gaat. Mensen die mijn blogs lezen vragen of het een goed teken is dat ik niet schrijf, of juist een slecht teken? Anderen vragen of ik inmiddels weer helemaal beter ben. Als die laatste vraag gesteld wordt moet ik altijd even nadenken wat ik ga zeggen. Het ligt er ook aan wie er tegenover me staat en…eerlijk is eerlijk..in wat voor een bui ik ben. Hoe interpreteer je het woord beter? Ja, het gaat veel beter dan vorig jaar om deze tijd, toen ik aan het herstellen was van een pittige operatie en de daarop volgende bestralingen. Helemaal beter worden gaat waarschijnlijk nooit meer lukken. Dus ja, het gáát beter maar ik bèn niet beter. Of ik dan nog steeds zo vaak naar het ziekenhuis moet? En voor hoe lang nog dan? En kan dat dan niet wat dichter bij huis? Ja ik moet nog steeds zo vaak naar het ziekenhuis, en ik weet niet voor hoe lang. Dichter bij huis zou misschien wel kunnen, ietsje dan, maar het AvL geeft de beste zorg en is het meest gespecialiseerd in mijn vorm van kanker. Aan de vragen die ik krijg merk ik dat het maar moeilijk te begrijpen is allemaal. En dat is het ook echt. Ik voel me best redelijk, werk, studeer, sport, je ziet verder niets aan me en toch ben ik nog steeds ziek. Ik snap het soms zelf ook niet zo goed. De afgelopen weken was mijn moeder ziek, na twee operaties kort na elkaar ging het even helemaal niet goed en moest ze voor de 3e keer, met spoed, naar het ziekenhuis. Het schooljaar was net begonnen, mijn studie ook, en ik probeerde zo vaak mogelijk naar mijn vader te gaan en natuurlijk naar mijn moeder. Gelukkig gaat het inmiddels weer ietsje beter en is ze weer thuis. Dankzij de goede zorgen van vooral mijn lieve zus (een standbeeld voor haar!) en de thuiszorg. De thuiszorg van Zoetermeer verdient bij deze een enorm compliment. Wat zorgen de dames en heren van de Vierstroom goed voor mijn ouders! Als iemand die je zo lief hebt erg ziek is denk je niet aan jezelf maar zet je je verstand op nul en ga je door. Rutger heeft ook een drukke periode met een aantal scholen achter elkaar, in het weekend. Dit weekend ben ik alleen, en nadat ik mijn spinninglesje had gegeven, boodschappen had gedaan en twee onwillige honden door de stromende regen had gesleurd ging ik op de bank zitten, vast van plan om wat studievertraging weg te poetsen. Maar waarom ben ik toch zo moe? Ik vroeg me dat serieus af, omdat ik graag per ongeluk expres vergeet dat ik ziek ben, de nodige bijwerkingen heb en sowieso altijd al 30 uur in een dag probeer te proppen. Dit zorgt natuurlijk ook voor heel veel waardevolle momenten, zoals het pensioneringsfeestje van Annemieke, waar ik veel oud-collega’s zag en me ineens 15 jaar terug in de tijd waande. Zo leuk om iedereen weer te zien!
Dan lees ik dit bovenstaande stukje en mag ik even moe zijn van mezelf. Vandaag hoef ik niet te koken want iedereen is de hort op, en dat betekent dat ik ook niet hoef te eten want dat gaat momenteel even niet zo lekker. Kleine hapjes verdeeld over de dag gaan prima, maar een hele maaltijd daar moet ik even niet aan denken.Ik hoef gewoon eindelijk eens helemaal niks en daar ga ik nu van genieten, totdat mijn lief thuis komt die na een lange dag vast ook niet zoveel wil, dan gaan we door met samen niks doen.
Je doet het ‘kei’goed!super dat je er woensdag was!