De dagen rijgen zich aaneen, en gaan niet echt langzamer dan als ik werk. Gelukkig weten ze me op school wel te vinden via mail en telefoon en kan ik ze op mijn manier toch een beetje helpen. Nu maar hopen dat ze het ook als ondersteuning ervaren en niet als last… In het ziekenhuis en ook de eerste dagen thuis voel ik eigenlijk wel prima. Geen pijn, rustig aan, lopen en mezelf douchen, aankleden etc gaat allemaal prima. Het gaat zo goed dat ik de medicatie alvast een beetje ga afbouwen. In het ziekenhuis hebben ze een afbouwschema mee gegeven, eerst 1 diclofenac ’s middags eraf, en dan als ik goed slaap ’s avonds weglaten. Het gaat prima. Mijn been is bij de wond wel erg dik, maar ook dat hadden ze gezegd: 100% van de mensen gaat vocht vasthouden. Ik hoor ook bij die groep!

Van zaterdag op zondag heb ik een slechte nacht, veel wakker en ik lig niet lekker, veel last van mijn been. Zondag is het warm en doe ik ’s ochtends heel rustig aan, ik blijf lang in bed liggen want voel me echt naar. Toch maar weer wat meer pijnstilling innemen. Dit helpt goed en omdat het vaderdag is ga ik voor het eerst echt weer even eruit, naar mijn vader. Mijn ouders vinden het erg fijn om me te zien, want zij zijn niet mobiel en kunnen dus niet naar het ziekenhuis of naar mij toe komen. fijn om toch even een uurtje vaderdag te kunnen vieren, zoals het hoort! Rutger sluit later aan want die is Siobhan aan het aanmoedigen die met haar mooie zwangere buikje de halve marathon aan het lopen is. Fanatieke bikkel! Gelukkig is ze verstandig en stopt ze bij ruim 16 km (ook een ongelooflijke prestatie!)

’s Avonds barbecuen we maar ik heb niet echt trek en neem nog meer pijnstilling in. Na weer een slechte nacht (warm! veel spanning in mijn been!) weet ik dat ik vandaag naar de wondpoli mag. Als ik ga douchen zie ik dat mijn been rondom de hechtingen nog weer veel dikker is geworden. ik kan mijn been ook nog nauwelijks optillen. Rutger moet me helpen met aankleden, wat een armoe. Als ik ’s middags de auto in ga lukt dit maar net met enige moeite. Eerst gaan we even een fotoprinter terug brengen ergens boven Amsterdam. We zijn van plan om daarna nog even een terrasje te pakken maar houden daar uiteindelijk maar een kwartiertje voor over. Toch fijn om even bij Café Edel te zitten, wat een bijzonder plekje in Amsterdam is dat, vlak naast de ophaalbrug van de Kostverloren vaart, aan het water. We zeggen tegen elkaar dat we dit vaker moeten doen, om de tripjes naar Amsterdam wat leuker te maken. Gaan we doen! 5 minuutjes te laat komen we aan bij het AvL, Rutger zet me af zodat ik me kan gaan aanmelden bij de aanmeldzuil van Poli 2 en hij gaat parkeren. Ik zit nog maar net in wachtruimte 2D als hij al aan komt. Hij heeft gerend. Moet kunnen bij 33 graden… We wachten nog 5 minuten en worden binnen geroepen door wondverpleegkundige Marcia (of Marcha? Ik denk nog hee..zo heet mijn zus, even vragen hoe je het schrijft, maar heb dat toch niet gedaan) Super-aardig zoals praktisch iedereen in het AvL. Ze kijkt hoe ik loop en hoe ik ga zitten. “Je hebt best veel last he?” Shit, ik doe zo mijn best om goed te lopen maar kan het toch niet echt verbergen. Of ik maar even wil gaan liggen en die charmante hotpants uit wil trekken. Oh, ze ziet het gelijk, dit ziet er niet goed uit, dat wordt puncteren en ze wil me nog voor het weekend weer terug zien. Rutger vraagt of hij erbij mag komen zitten. Of hij dan niet flauw valt? Dat is de opening van een mooi gesprek tussen mensen uit de zorg. Ondertussen puncteert Marcia/Marcha me, met liefde, zoals ze zelf zegt, en dan doet het geen pijn. Het geanimeerde gesprek leidt me enigszins af maar toch blijft het een bizar gezicht: een dikke holle naald in je been met een lange slang eraan waar lichtrood vocht doorheen stroomt, eindigend in een literfles. Ik vind het al heel veel, maar de verpleegkundige vindt het niet genoeg en puncteert nog een andere plek en masseert daarbij lichtjes mijn been. Kijk, nu stroomt het echt lekker! Nou, lekker… Ondertussen vertelt ze dat ik een kleine wondinfectie heb en dat die niet uit mag breiden. Daarom wordt de ontsteking afgetekend met een watervaste stift, zodat ze vrijdag kan zien of het erger is geworden en ik een antibiotica-kuur moet. Ook moet ik de volledige medicatie blijven slikken, welcome back diclofenacjes! Rutger kijkt me aan: “told you!” Dan komt er een broeder binnen die komt aflossen omdat de verpleegkundige naar een vergadering moet. Ze draagt me over met de woorden: deze houdt zich heel groot, het is een bikkel. Hij meet gelijk even mijn temperatuur. 37,2, oh dan hoef je niet te blijven. Blijven?!? Was dat een optie dan? Niet in mijn hoofd! Het hoeft ook niet, maar het komt wel binnen. En dat ik dag én nacht kan bellen als het erger wordt en dat ik dan gelijk moet komen, zeker als ik koorts krijg. Twee keer per dag temperaturen vanaf nu. Er is ook een stukje een beetje zwart, daar zit necrose, oftewel afstervend weefsel. Het kan dat daaronder de boel aan het helen is en dat dit randje er later als een korstje afvalt. Het kan ook dat dit betekent dat de wond gaat openbarsten en het een ‘waterballet’ wordt. Openbarsten?!? Ik vind het niet leuk meer, de naalden gaan eruit. Au! Niet met liefde kennelijk want dit doet wel zeer. Ja zegt ie, anders komen ze allemaal weer bij me terug, ik wil het niet te leuk maken. Nou, leuk vind ik het allemaal al lang niet meer. Mag ik al van de tafel? Ho ho, nog even wachten, ik krijg nog verband en uitleg en dan eindelijk mag ik de compressiebroek weer aan en met een daadwerkelijk veel dunner been loop ik het ziekenhuis weer uit. Rutger vraagt aan me of het wel gaat want ik zie zo wit… Nou, dit kwam best even binnen, maar het gaat wel. Eenmaal in de auto zeg ik tegen hem dat ik best geschrokken ben maar hij vindt het allemaal wel meevallen, ik hoefde niet eens een antibioticakuur dus zo erg is het allemaal niet. Als mijn zus belt merk ik pas hoe het me aangegrepen heeft want huilend vertel ik wat er net allemaal gebeurd is. Er is niks over van die bikkel die zich groot houdt. Ik hou er helemaal niet van om aan de telefoon te huilen want degene aan de andere kant kan dan zo weinig en heeft geen beeld, maar het lukt me niet om me in te houden. Marcia zegt ook dat bijna iedereen na een dissectie gepuncteerd wordt. Ja, dat weet ik, maar ik wilde zo graag dat bij het herstel lekker vlotjes ging. Even een tegenvaller. De file geeft me tijd om weer een beetje bij te komen. Nu maar hopen dat het niet teveel het “koeienmelk-effect” heeft: hoe meer vocht eruit wordt gehaald hoe meer je lichaam weer gaat aanmaken. Het worden weer een paar spannende dagen tot vrijdag, met in het midden de woensdag, dan word ik gebeld met de uitslag van het weefsel, zijn er verdere uitzaaiingen gevonden, hoeveel en waar precies?

Facebook Comments Box