Ik denk veel terug aan vorig jaar om deze tijd. Een dag als 5 april vergeet ik niet snel meer. Op die dag moest ik terug voor de uitslag van de re-excisie en hoorden we dat er uitzaaiingen gevonden waren. Afspraken voor PET-scan en MRI werden gemaakt en ik werd doorverwezen naar het AvL. Nu is het alweer april, een jaar later. De uitnodigingen voor mijn verjaardagsfeestje zijn net de deur uit. Ik word dit jaar 50 en ik ben blij dat ik dat mee mag maken, goede reden voor een feestje! Als je 50 wordt krijg je ook voor het eerst de oproep voor het bevolkingsonderzoek borstkanker. Aangezien ik er maar net op tijd bij was een aantal jaar geleden bij het standaard bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker, juich ik dit soort bevolkingsonderzoeken toe. Toentertijd zat ik in het laatste voorstadium voor baarmoederhalskanker. Even schrikken, een operatie en wat nacontroles. Daar was ik lekker doorheen gerold. Er vanuit gaande dat ik wat dit soort zaken betreft helemaal niet aan de beurt ben laat ik op woensdagmiddag eind maart foto’s maken. Iedereen die dit al eens heeft laten doen weet dat er leukere dingen zijn, maar daarna gaan we een proefritje maken in onze nieuw te kopen Beetle cabrio, dus het leed is snel vergeten.
En dan is het weer 5 april, en zie ik in mijn mail dat ik kennelijk een afspraak heb met mijn huisarts. Wat raar, ik weet van niets. Ik bel de assistente. Zij weet het ook niet en vraagt het na, ik word terug gebeld. Tien minuten later belt mijn huisarts. Tja, het patiëntenportaal had hem al verraden zegt hij. Hij heeft de uitslag van het bevolkingsonderzoek gehad en ze hebben iets gezien op de foto’s. Het hoeft niet iets ernstigs te zijn maar er is wel iets zichtbaar dus nader onderzoek is vereist. Ik kan maandag op de mammapoli terecht voor een dagdeel, met aan het einde van de ochtend/begin van de middag de uitslagen. Ik leg de telefoon neer. Anita kijkt me ongelovig aan. Niet goed? Dit is gewoon te bizar om te geloven. Precies een jaar later, net alles weer op de rit, weer in een ritme, weer wat vertrouwen. Het vertrouwen in mijn eigen lichaam wordt door één telefoontje weggeblazen. Wat nu weer? Ik bel Rutger en Monique en mijn zus. Ik kan het niet over mijn hart verkrijgen mijn kinderen en mijn ouders te bellen. Daarna kom ik automatisch weer in werkstand door telefoontjes en afspraken. Gelukkig heb ik niets gepland staan ’s middags en nadat ik mijn collega’s een mail heb gestuurd ga ik veel vroeger dan normaal, behoorlijk van slag, naar huis. Maandag gaan de groepen 8 op kamp, die kan ik dus niet uitzwaaien. Ik voel me boos en schuldig. Boos omdat ik weer net zo lekker bezig ben. Ik wil niet dat weer alles op z’n kop staat, dat mensen om me heen zich zorgen maken. Schuldig omdat ik afspraken niet na kan komen en men dus weer even niet op mij kan rekenen.’s Middags bel ik met het AvL. Hun advies is maandag de onderzoeken afwachten maar er wel goed bij zeggen wat mijn voorgeschiedenis is, dat weten ze bij zo’n bevolkingsonderzoek niet. Ik word dinsdag teruggebeld.
Het weekend voorafgaand aan de onderzoeken hebben we het lekker druk. Voldoende afleiding dus. Dit begint op vrijdagavond met een geweldig concert van Bløf. Zaterdag is Lotte jarig en wederom is dit een beladen verjaardag. Heel gezellig, maar helaas weer niet zonder zorgen. Zondag staat de kwart marathon gepland. Voordat ik vorig jaar geopereerd was heb ik nog net de CPC kunnen lopen. Deze had ik ingepland als voorbereiding op de kwart van Rotterdam die we met z’n allen zouden lopen. Wat was het toen moeilijk om in mijn rolstoel langs de kant toe te kijken. Nu loop ik er zelf, samen met Siobhan die niet van mijn zijde wijkt. Tijdens het lopen denk ik aan vorig jaar, maar ook aan morgen. Is dit voorlopig weer de laatste keer en komt er een traject? Of gaat mijn leven voorlopig gewoon weer door? Eenmaal over de finish komen de tranen, ik heb het toch maar gedaan vandaag. Ondanks wat geweest is, ondanks wat nog komt. Wat een prachtige dag! We lunchen met elkaar op een gezellig terras en sluiten thuis de dag af met de eerste barbecue van het jaar.
Maandag 10 april. In plaats van naar mijn werk samen met Rutger de andere kant op, richting ziekenhuis. Stom. Linda is vandaag jarig en ik kan haar niet eens ‘live’ feliciteren. Stom. De groepen 8 gaan op werkweek en ik kan ze niet uitzwaaien. Stom. En zo zijn er nog veel meer dingen stom. Om half 9 zitten we in de wachtkamer, samen met twee andere stellen die we de hele ochtend steeds weer tegen zullen komen. Dokter Schilders is erg aardig, legt uit wat er vandaag gaat gebeuren. Vraagt honderd vragen over borstvoeding, hormonen, pilgebruik enzovoorts en doet lichamelijk onderzoek. Hierna krijg ik opnieuw een mammografie en daarna een echo. De radioloog is gelukkig spraakzaam. Hij laat zien dat hij een kleine cyste ziet achter de tepel, ook op de foto’s van het bevolkingsonderzoek en op de nieuwe foto’s te zien. De cyste zit op een lastige plek, vlak achter de tepel. Moeilijk te beoordelen daardoor, maar in elk geval klein. Hij denkt dat het het beste is om onder controle te blijven zodat gekeken wordt of het weefsel verandert of groeit. Hij vindt een punctie niet nodig. (Hoera! dat leek me het ergste, die naald!) Aan het einde van de ochtend komen we terug bij dokter Schilders. Ook zij maakt zich niet direct grote zorgen, maar wil toch, zeker gezien mijn voorgeschiedenis, meer duidelijkheid. Ze stelt voor om een MRI te laten maken. Op 19 april krijg ik daarom een MRI en op 24 april krijg ik het uitslag gesprek. Rutger en ik halen de hondjes op voor een rondje bos. Frisse lucht en een zacht zonnetje doen ons goed. Even bijkomen.