Het geruststellende geluid van de douche op de douchezak rond mijn voet herinnert mij aan vroeger tijden. Kamperen aan het Gardameer met af en toe extreme onweersbuien die kletterden op het tentzeil. En ik waande me veilig. Geluiden en geuren kunnen me soms ineens weemoedig maken en terug brengen naar lang geleden. Gisterochtend lijkt ook alweer lang geleden, omdat het een bizar drukke dag was. Om 06.45u waren we al onderweg naar Gouda voor de PET-scan. Vanaf 18.00u de avond ervoor nuchter en twee uur van te voren twee liter water drinken, dat was de opdracht. Best lastig zo vroeg! Wel fijn trouwens, dit tijdstip, heerlijk rustig op de weg en als eerste aan de beurt in het ziekenhuis. Het infuus wordt netjes aangebracht en de eerste zak vocht loopt door. Na een kwartiertje komt er een beveiligde kist binnen gereden waarin het radio-actieve spulletje zit. Via een slangetje gaat het mijn infuus in. Ik voel, zie, ruik, hoor, ervaar niets, maar het gebeurt toch. Nog een zak vocht (allemaal bij die twee liter) en ik moet drie kwartier rustig in het schemerdonker liggen. Warm onder een dekentje. Geen spierspanning en zo min mogelijk activiteit. Goed meditatiemomentje. Mijn suikerwaarde wordt geprikt en is mooi laag (4,6) dus ik ben klaar voor de scan. Eerst nog even plassen want de blaas moet zo leeg mogelijk zijn. Ook al heb ik al twee liter gedronken, toch hoef ik nog maar nauwelijks te plassen, het is nog niet op de juiste plek aangekomen denk ik. Mijn voeten (voorzichtig!) worden vastgebonden en mijn armen ook. Een hulpeloos gevoel overvalt me. Nu zo stil mogelijk liggen terwijl de tafel heen en weer gaat schuiven onder een immens groot apparaat, wat ook weer geen geluid maakt of licht geeft. Of ik een muziekje wil. Ja doe maar wat. Ik mag iets kiezen maar kan even niets verzinnen. Coldpay goed? Prima. Ik heb niks bijzonders met Coldplay, vind sommige nummers wel mooi. De scan en de cd gaan aan.
We live in a beautiful world.
Oh, all that I know,
There’s nothing here to run from,
And yeah, everybody here’s got somebody to lean on
Dat komt binnen. Het raakt me ineens zo dat ik door emoties overmand wordt. Shit, ik moet stil liggen. Zelfs mijn ademhaling moet oppervlakkig zijn. Lastig als je huilt. Ik voel de tranen in mijn oren lopen en probeer me te focussen op mijn ademhaling. Het nummer duurt gelukkig niet zo lang. Later moet het stuk van mijn buik opnieuw. Iets te hard geademd, zegt de broeder met een knipoog.
We zijn alweer rond kwart voor tien thuis en kunnen mooi de cadeautjes aan Lotte overhandigen voordat ze naar haar paard gaat en haar natuurlijk heel hard knuffelen en feliciteren. Om 14.00u ben ik klaar voor de volgende ronde, de MRI in het Lange Land. Hier lopen ze iets uit waardoor ik pas na 14.30 aan de beurt ben. Daardoor ben ik wel in de gelegenheid om contact te hebben met Marcia, die dan pas onderweg naar huis gaat na een ‘dagje Amsterdam’. Er zullen er nog wel meer volgen. Binnen twee weken krijgt zij de oproep voor de Sentinel Node procedure en gelijk daarna de re-excisie. Er wordt een flink stuk van haar oor gehaald en dat kan niet gereconstrueerd worden. Ze zit er niet zo mee, al zal het best even wennen zijn straks. De arts in het AvL was in elk geval positief gestemd en ik merk dat dat mijn lieve zus en zwager goed gedaan heeft. Fijn! Ook voor de MRI moet ik een infuus, dit keer met contrastvloeistof. Wist ik even niet. Dan maar in mijn andere arm. Ik krijg oordopjes in en een kastje rond mijn hoofd. “Ik ga heel veel herrie maken” schreeuwt de MRI-meneer in mijn oor voordat hij me in een soort buis schuift. Ja joh, doe maar, denk ik nog redelijk relaxed. Ik heb het al gelezen en meerdere mensen hebben me gewaarschuwd, zo’n MRI is geen pretje. Ik krijg een noodknop in mijn handen. Ik ben niet claustrofobisch. Ik ben niet claustrofobisch. Dat blijf ik tegen mezelf zeggen het komende half uur. Ik maakte nog een grapje dat gezien mijn haarkleur de MRI vast niet zo lang zou duren, zo klaar toch, met die hersenen van mij? God, wat duurt dit lang en wat komt dat binnen. Klopboren en oorlogsgeluiden, ik probeer me er voor af te sluiten maar kan geen kant op. Beduusd kom ik de ruimte weer uit. Rutger ziet aan me dat dit niet leuk was. Eenmaal thuis ga ik even op de bank liggen. Iedereen heeft nog even zijn of haar ding te doen en dat vind ik helemaal niet erg. Even niets, geen prikkel, geen geluid. Ik val als een blok in slaap.
Na een snelle douche voel ik me weer wat beter, tijd om een normale broek aan te trekken. Na twee weken in joggingbroeken te leven wordt ook zoiets een soort feestje. En vanavond is het feest. Lotte heeft een ‘paar’ vrienden uitgenodigd en regelt samen met David (zonder haakjes) alles zelf.
Ik mag lekker in mijn hoekje blijven zitten en heb een heel gezellige avond. Fijn dat ook mijn zus er gewoon is, samen met mijn moeder. Dan lijkt het allemaal weer even wat normaler. Wel een enorm contrast met de twee ziekenhuisbezoeken eerder op de de dag. Dat is het echte achtbaangevoel. En zoals Ingeborg mij eerder ook al stuurde: ik houd absoluut niet van achtbanen! Ik ook niet Ingeborg, we zijn er gewoon ingezet en mogen er pas aan het einde van de rit uit. Geen idee welke loopings er nog komen, maar hou je goed vast! Ik kijk naar mijn dochter die vanavond de gastvrouw is en in het middelpunt staat en ik zie de aandacht die de lieve mensen om haar heen voor haar hebben, maar ook voor mij. Ik krijg zelfs ook cadeautjes, lief! Het is een heerlijke avond en ik ben blij dat we alles door hebben laten gaan. Als we uiteindelijk in bed liggen kijk ik nog een klein stukje naar de herhaling van RTL late night, waarin Inge Dekker het heeft over haar baarmoederhalskanker en de olympische spelen van Rio, een slechte combinatie. Het gaat over vechten. Als je kanker niet overleeft, heb je dan niet hard genoeg gevochten? Of is het gewoon pech of geluk hebben? Mijn lief weet het wel en hij heeft gelijk. Het is geen kwestie van vechten, maar van schuilen. Wat ben ik dankbaar dat ik dat bij hem mag doen.