Dit is het. Maanden heb ik hier naar uit gekeken. In januari al geboekt want als je bij Dogwalktrail een plekje wil moet je er snel bij zijn. Begin maart begon de ellende. In mijn achterhoofd steeds de vraag: “Kunnen we straks wel de bergen in?” Alles bespreken we: overlevingskansen, werken, sporten, Ibiza, maar over deze vakantie hebben we het gewoon niet. Bianca volgt me vanuit Oostenrijk en vraagt zich waarschijnlijk best wel af of we gaan annuleren of niet. Ze geeft ons tijd. In mijn hoofd wordt het een dingetje: ik zal toch verdorie straks die bergen weer in gaan! Twee jaar geleden deden we een zware tocht. Rutger moest toen halverwege afhaken. Hij wil heel graag die tocht nog eens lopen, naar de Amertalersee.
We annuleren niet. De laatste weken van het schooljaar gebruik ik vooral om heel hard te werken. Officieel 80% en soms ga ik inderdaad wat vroeger weg dan dat ik normaal zou hebben gedaan. Niet alles loopt op rolletjes. Ook al had ik mezelf voorgenomen relaxed in mijn werk te staan omdat stress nu eenmaal echt niet goed voor je is, het lukt me niet. Collega’s helpen waar ze maar kunnen maar worden zelf ziek, vallen van de trap of moeten ineens een scan. Daarnaast geeft huisvesting van de groepen 7 wel heel grote zorgen. De eindmusical en alle eindejaarsrituelen zijn weer helemaal geweldig en met een gezellige eindborrel met buffet sluiten we het schooljaar af. Voor het eerst heb ik het jaarverslag niet af en zal ik dus in de vakantie nog aan de bak moeten maar dat is oké. Eerst op vakantie!
We overnachten in Zuid-Duitsland en dat is maar goed ook, want file rijden kost veel tijd. Op zaterdag vermijden we de snelwegen en rijden we prachtig Oostenrijk binnen. Op zondag doen we een kennismakingswandeling bij de Hintersee, prachtig mooi en ook erg mooi weer. We nemen de rest van de week door en op maandag staat een optionele wandeling gepland. Gelijk maar doen dan die Amertalersee! Maandagochtend om 9.00u verzamelen de bikkels zich, om in een half uurtje naar het begin van de Felbertauerntunnel te rijden. We hebben er zin in maar het is wel al goed warm. De zon schijnt volop, gelukkig lopen we bijna constant naast een bergbeek, dus af en toe even drinken en handen nat maken. Het eerste stuk gaat redelijk makkelijk, maar daarna gaan we echt hard omhoog, en bovendien in redelijk onherbergzaam gebied over een smal rotspaadje. Flink klimmen dus! Het komende uur denk ik maar twee dingen: “Wat is het hier mooi!”, afgewisseld met “waarom wilde ik dit ook alweer zo graag?” Na een korte pauze komen we bij een rotsachtig gebied. Rutger blijft steeds verder achter en moet op tweederde van de klim toch afhaken. Hij gaat na rust langzaam met Heidi aan de afdaling beginnen. Na twee uur klimmen merk ik wel dat ik er fysiek doorheen zit, maar ik weet dat we dan nog maar 100 hoogtemeters hoeven, dus nog een half uurtje. Nu ga ik het afmaken ook! Als het stuwmeer in beeld komt voel ik dat ik emotioneel wordt. Gelukkig heeft iedereen het zo druk met klimmen en hijgen en opletten waar hij zijn voeten neer moet zetten dat niemand het merkt. I did it! Ik ben gewoon boven gekomen! Na twee operaties en 6 weken niet lopen in maart/april, heb ik het nu in juli toch maar mooi gedaan. Ik ben trots op mezelf, en weet ook dat deze vakantie een mentale houvast voor me was. We rusten wat en genieten van het prachtige uitzicht. Niet te lang, want we moeten ook weer naar beneden. Dat klinkt simpel, maar is bijna net zo zwaar. Het voordeel is dat het wel sneller gaat. Niet snel genoeg voor Terra, want die trekt me zowat de berg af, zoveel energie heeft ze nog. Gelukkig neemt Francois haar even van me over, dat daalt net een stukje makkelijker. Net als bij het klimmen is het stuk door het bos het zwaarst. Soms moet ik echt springen om weer een stukje lager te komen. Heb ik dat net allemaal geklommen? De zon schijnt nog steeds en het zweet stroomt bijna net zo hard als de verkoelende bergbeek. De honden gaan af en toe in de beek liggen. Wij kunnen ons nog net beheersen… Het laatste stuk is weer wat glooiender en we komen langs koeien die ons aankijken alsof we gek zijn. Zijn we natuurlijk ook een beetje, maar ook trots! Als we later thuis zijn zie ik dat ik de huid van mijn tenen heb gelopen, waarschijnlijk bij het dalen. Ik ben moe maar heb verder nergens pijn, mijn lichaam doet het nog. Ik ben gelukkig.